De bouw van de wintrackmasten voor de nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Borssele en Rilland start naar verwachting eind van dit jaar. Voor die tijd voeren we al voorbereidende werkzaamheden uit, zoals archeologische onderzoeken.
Een bodem kan altijd archeologische resten bevatten. Voordat je in de grond gaat werken, moet je dus uitzoeken of er niks waardevols aanwezig is. RAAP Archeologisch Adviesbureau voert voor ons de archeologische onderzoeken uit. Elke gemeente heeft een archeologiebeleid. Daarin staat welke aanvullende archeologische onderzoeken nodig zijn. Deze moet TenneT vóór de bouw van de nieuwe verbinding realiseren, zodat er geen geschiedenis verloren gaat. Bureau Artefact startte in 2014 met bureauonderzoek, gevolgd door inventariserend veldonderzoek. Ongeveer veertig locaties langs het tracé werden geselecteerd voor nóg een vervolgonderzoek. Die onderzoeken worden nu uitgevoerd door RAAP.
Bijzondere vondsten?
Op ongeveer tien locaties, verspreid over het hele tracé, troffen de onderzoekers archeologische resten aan die nader onderzoek vragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om greppels die onderdeel zijn van een al bekende vindplaats uit de middeleeuwen. In ’s-Gravenpolder en nabij Borssele vonden ze een stookplaats uit de middeleeuwen of uit de 17e tot 18e eeuw. En op één locatie in de buurt van ’s-Heer Abtskerke vonden ze aanwijzingen uit de Romeinse tijd. Ook denken de onderzoekers sporen van veenbodembewerking gevonden te hebben, die tot nu toe nog niet bekend waren in Zeeland. Op bedrijventerrein Smokkelhoek in Kapelle werden eerder al aanwijzingen uit de Romeinse tijd gevonden, die nu nader onderzocht worden. Het onderzoek levert goede inzichten op, omdat er over een grote lengte verschillende inkijken in de bodem zijn gedaan. Zo krijgen we een steeds beter beeld van het grote verhaal van de geologische, archeologische en historische ontwikkeling van Beveland.
Na afloop van het veldonderzoek overlegt TenneT met de gemeente of er nog meer onderzoek noodzakelijk is. Vervolgens stelt men een wetenschappelijke rapportage op. Deze wordt uiteindelijk opgenomen in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en is dan voor breder publiek beschikbaar.