Om tot een nieuwe hoogspanningsverbinding te komen is er een proces nodig dat stap voor stap doorlopen wordt.
Rijkscoördinatieregeling
Het realiseren van een 380 kV-hoogspanningsverbinding is een project van nationaal belang. Op dit soort energie-infrastructuurprojecten is de Rijkscoördinatieregeling van toepassing. Deze regeling is bedoeld om de procedure te versnellen en te stroomlijnen. Zonder dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid van de besluitvorming en van de mogelijkheden voor inwoners en betrokkenen om hierover hun mening te kunnen geven.
Ministers
De ministers van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn het bevoegd gezag. Zij zijn verantwoordelijk voor de besluitvorming over de nieuwe hoogspanningsverbinding. De ministers bepalen waar de nieuwe verbinding komt en hoe deze eruit komt te zien. Tijdens de procedure adviseert TenneT de ministers over technische zaken, bouwkosten en over de verschillende mogelijke tracés.
Uiteindelijk besluit de minister van EZK samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de ruimtelijke inpassing van de 380 kV-hoogspanningsverbinding. TenneT is verantwoordelijk voor het bouwen van de hoogspanningsverbinding en voor het beheer nadat deze in gebruik is genomen.
Samenwerkende Overheden
De samenwerkende overheden bestaan uit 18 gemeenten, twee provincies en de waterschappen. Zij richten zich op het tracé tussen Rilland en Tilburg. Zij streven naar een inpassing die voor bewoners, ondernemers en gebruikers en het landschap over het hele tracé zo min mogelijk belastend en verstorend is. Ook denken ze, daar waar mogelijk, mee met het ministerie en TenneT hóe het proces goed en zorgvuldig kan worden doorlopen.
Wat is het proces voorafgaand aan de officiële procedure?
In juli 2017 heeft de minister van Economische Zaken het voorgenomen tracé van de nieuwe 380 kV-verbinding tussen Rilland en Tilburg bekend gemaakt. Sindsdien zijn we samen aan het werk om dit tracé verder uit te werken. We zijn met elkaar in gesprek gegaan om te kijken naar de lokale omstandigheden. In projectboek 1 is een inventarisatie van de opgaven voor de uitwerking beschreven. Dit is gedaan met de belanghebbenden die betrokken zijn bij een bepaald gebied, zoals gemeenten, bewoners, provincies, beheerorganisaties, ondernemers, bedrijven en natuurorganisaties.
Tijdens werkateliers is gezamenlijk met betrokkenen partijen gekeken naar de opgaven en samen zijn mogelijke oplossingen verkend. De effecten van de verschillende varianten zijn in beeld gebracht. Het gaat zowel om effecten op de omgeving als om technische en financiële aspecten. Telkens is bekeken of er andere belanghebbenden een rol spelen en voor de ateliers uitgenodigd moesten worden.
In de werkateliers kon iedereen zijn belangen verduidelijken, zodat we meer zicht kregen op de achtergronden van uitwerkingsvarianten. Zo is gestreefdnaar een zorgvuldige uitwerking van het tracé. In projectboek 2 is een tussenstand te zien van deze werkateliers. Het tracé is in samenwerking met betrokken partijen in werkateliers verder uitgewerkt. Dit heeft in 11 uitwerkingslocaties geleid tot een aantal tracévarianten. TenneT heeft de effecten van deze tracévarianten in beeld gebracht in projectboek 3.
Alle tracévarianten en hun effecten zijn voorgelegd aan de minister. De minister van EZK heeft de betrokken samenwerkende overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) om advies gevraagd. Mede op basis van dit advies heeft de ministervan Economische Zaken en Klimaat (EZK) in afstemming met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in de zomer van 2019 een keuze voor het uiteindelijke tracé van de nieuwe verbinding gemaakt.
Op 24 september 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in een brief aan de Tweede Kamer zijn keuze bekend gemaakt over het tracé voor de nieuwe hoogspanningsverbinding van Rilland naar Tilburg.
De minister heeft het advies van de samenwerkende overheden grotendeels overgenomen. Daarnaast heeft de minister TenneT gevraagd om voor dit project te onderzoeken welk masttype de beste bijdrage levert aan alle milieuaspecten (zoals natuur, landschap en leefomgeving) in verhouding tot de kosten. Op 25 september 2019 heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat belanghebbenden in de omgeving over deze keuze en vervolgproces geïnformeerd per brief.
De officiële procedure volgens de Rijkscoördinatieregeling
De rijksoverheid kan bij projecten van nationaal belang de besluitvorming coördineren. Projecten op het gebied van energie-infrastructuur die van nationaal belang zijn, worden gecoördineerd door de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het project Zuid-West 380 Oost is een project dat onder deze rijkscoördinatie regeling valt. Deze regeling is bedoeld om de procedure te versnellen en te stroomlijnen. Zonder dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid van de besluitvorming en van de mogelijkheden voor inwoners en betrokkenen om hierover hun mening te kunnen geven. Zie ook: https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/zuid-west-380-kv-oost-rilland-tilburg
Van vrijdag 17 december 2021 tot en met donderdag 27 januari 2022 liggen voor de hoogspanningsverbinding Zuid-West 380 kV Oost (Rilland – Tilburg) het ontwerp-inpassingsplan en het bijbehorende milieueffectrapport ter inzage. In dezelfde periode kunnen omwonenden en betrokkenen op deze documenten reageren. Voor een toelichting op het ontwerp-inpassingsplan organiseren het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en TenneT informatiebijeenkomsten.
De komende jaren ontstaan knelpunten in het 150 kilovolt (kV)-net in Noord-Brabant. Een nieuw 380 kV-hoogspanningsstation ten noorden van Tilburg is noodzakelijk om knelpunten in de energielevering voor de regio te voorkomen. Het nieuwe station is tevens het eindpunt van de Zuid-West 380 kV Oost verbinding. Bij het station wordt de verbinding aangesloten op de landelijke ring van 380 kV-verbindingen en het onderliggende 150 kV-net.
Er is besloten om voor de bouw van het station een aparte procedure te doorlopen onder de rijkscoördinatieregeling (RCR). Dit betekent dat we voor de bouw van het station een apart rijksinpassingsplan schrijven en de bijbehorende vergunningen aanvragen. Het ontwerp-inpassingsplan en de ontwerp-vergunningen komen in het eerste kwartaal 2022 zes weken lang ter inzage te liggen. U heeft dan de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. We verwachten dat het definitieve rijksinpassingsplan uiteindelijk in het najaar van 2022 onherroepelijk is. Daarna kan worden gestart met de bouw van het station.