Naast alle plannen en oplossingen voor ruimtelijke, ecologische en sociale vraagstukken zou je soms bijna vergeten dat het realiseren van een nieuwe hoogspanningsverbinding ook gaat om techniek. Pure techniek. In een serie van vier korte verhalen duiken we in de wereld achter de hoogspanningsmasten, lijnen en kabels.
In Nederland zijn er hoogspanningsmasten in twee stijlen: de vakwerk- en de wintrackmast – met daarbinnen een veelvoud aan varianten. Speciaal voor het traject Rilland-Tilburg ontwikkelde TenneT van scratch af aan een nieuwe type vakwerkmast: de moldaumast. Niet alleen technisch gezien een huzarenstukje. Het is de uitdaging van het ontwerpen van een levensgroot bouwpakket meer dan waard, weet Edmon Gharh Beklo.
Van het hoe en waarom van een nieuwe hoogspanningsmast wil hij verre blijven. “Dat is politiek.” De focus van Edmon lag én ligt op het ontwerpen van een nieuw type vakwerkmast dat voldoet aan de elektrotechnische, mechanische en civieltechnische eisen van deze tijd. Edmon is lead engineer Verbindingen bij TenneT. En als zodanig samen met zijn team, drie jaar geleden voor de uitdaging gesteld een nieuwe vakwerkmast te ontwikkelen. Een strakke ‘lean-and-mean’-mast, zoals hijzelf zegt. “Met een vergelijkbare breedte van de magneetveldzone als een wintrackmast. Zodat er geen extra zogenoemde ‘gevoelige bestemmingen’ bij komen.”
Het is een uitzonderlijke uitdaging. En dat zit ‘m niet alleen in de technische vereisten. De huidige vakwerkmasten werden ontwikkeld in een tijd ver voordat Edmon en zijn collega’s ook maar konden denken aan een carrière in de techniek. Het is dus even geleden dat TenneT in eigen beheer het ontwerp van een hoogspanningsmast op zich nam. Edmon denkt dat het een goede zet is geweest. “Het gaat om onze eigen assets. Dit is wat wij als TenneT doen: stroom transporteren. Wie kan daar beter naar kijken en over nadenken dan wijzelf?”
Dat nadenken, waarbij ook extern denkkracht werd ingeroepen van DNV, begint met het maken van het basisontwerp. Het leverde een beeld op hoe de mast er op hoofdlijnen uit komt te zien. Vervolgens bogen Edmon en collega’s zich over het definitief ontwerp waarin onder meer de elektrotechnische, mechanische en civieltechnische eisen aan de hoogspanningsmast verwerkt zijn. Inmiddels bevindt het team zich in de fase waarin het uitvoeringsontwerp wordt gemaakt. De laatste stap voor de daadwerkelijke realisatie. Daarbij wordt de hoogspanningsmast ontleedt tot het niveau van boutjes en moertjes. “Het gaat om duizenden losse onderdelen die stuk voor stuk op tekening worden vastgelegd en beschreven. Zo lang moeten ze zijn, zo dik, en daar en daar moeten ze zulke gaten hebben. Allemaal met als doel dat ze straks als een Ikea-ontwerp precies in elkaar passen.”
Monnikenwerk erkent Edmon. De 33 verschillende moldaumasttypen op het tracé maken het nog complexer. Naast de begin- en eindmasten zijn er hoekmasten, steunmasten, afspanmasten, wisselmasten, opstijgmasten en masten die maatwerk vergen omdat ze spoorwegen, snelwegen of rivieren kruisen. “We zoeken in zo’n proces naar standaardisatie. Maar de praktijk is anders.” Het resultaat is een slordige dertigduizend tekeningen die medio dit jaar klaar moeten zijn. Tegen die tijd zijn er ook meerdere staalleveranciers geselecteerd die kunnen gaan starten met het produceren van de losse onderdelen.
Naar verwachting is het 2025 voordat de eerste nieuwe masten in het landschap te zien zijn. Een lang traject. Toch is Edmon trots en blij dat TenneT deze klus in eigen beheer uitvoert. Met de moldaumast is een nieuwe standaard neergezet. “Mijn team en ik hebben daar veel van geleerd. Die informatie is allemaal opgeslagen en fungeert nu al als studiemateriaal voor nieuwe collega’s.” Met alle vereisten en veranderende omgevingseisen die van invloed zijn op het ontwerp van de nieuwe mast, ziet de lead engineer niet in hoe ze anders tot deze mast waren gekomen. “Het vergde heel veel afstemmomenten en die kun je niet uitbesteden.” Juist die wekelijkse overleggen met externe partner DNV gaven hem en zijn collega’s de meeste voldoening. “Praten over de inhoud, over methoden en berekeningen: wij blijven techneuten hè!”